Wat is naieve kunst?


De term 'naïeve kunst' verwijst niet naar een specifieke kunststroming
of een bepaalde stijl maar is een verzamelnaam voor het omvangrijke en
diverse oeuvre van een groot aantal kunstenaars verspreid over de hele
wereld. Al deze kunstenaars hebben een ding gemeen:
zij zijn geen professionele kunstenaars en behoren niet tot officiële
kunstwereld.
	
Naïeve kunstenaars hebben meestal geen kunstopleiding genoten en hun
namen staan niet in de kunsthistorische overzichtsboeken. Dit is het geval
met alle artistieke uitingen die behoren tot de randgebieden van de
beeldende kunst. Deze randgebieden, ook wel aangeduid met de term 
'outsider art' bevatten naast de naïeve kunst, de kunst van kinderen,
primitieve kunst, volkskunst, amateurkunst en kunst gemaakt door
geesteszieken. 

Outsider art en dus ook naieve kunst voldoen niet aan de canonieke eisen 
van het eigentijds kunstbegrip en vallen buiten de traditionele en
officiële kunstwereld. 
De officiële westerse kunstwereld heeft haar oorsprong in de Renaissance.
In deze periode werd de basis gelegd voor de normen en regels,
die de kunst tot ver in de 19e eeuw bepaalden. Kunst ontwikkelde zich van
een ambacht tot een aparte wetenschap, waarin de principes van de
klassieken opnieuw tot leven kwamen. Het schoonheidsideaal was gebaseerd
op de mens en op de natuur. Elke kunstenaar moest deze in zijn werk zo
naturalistisch mogelijk weer proberen te geven. Kunstopleidingen en
kunsthistorische traktaten probeerden regels te formuleren met betrekking
tot het schilderen van ruimte, perspectief en stofuitdrukking.
Artistieke uitingen, die niet aan deze normen voldeden behoorden eenvoudig
niet tot de kunst. De kunst uit de periode van vóór de Klassieke Oudheid 
-dus bijvoorbeeld Egyptische kunst en kunst uit de Middeleeuwen-
werd in de Renaissance en lange tijd daarna niet als zodanig erkend.
Hetzelfde gold voor de artistieke uitingen van de naïeve schilders. 
	
Toen aan het einde van de 19e eeuw de academische regel en normen omver
werden geworpen door de stromingen als het realisme, impressionisme en
post-impressionisme, werd de weg vrijgemaakt voor nieuwe normen
en een andere kijk op kunst. Langzaam kregen zowel het publiek als de
professionele kunstenaars meer oog voor de randgebieden van de
beeldende kunst. 

Hiervan getuigen de 19e eeuwse belangstelling voor het oriëntalisme;
de kunstenaar Gauguin, die zich terugtrok op het eiland Tahiti;
Picasso's fascinatie voor de Afrikaanse maskers en de
Duitse Expressionisten, die grote belangstelling hadden voor de kunst
van geesteszieken. 
Hoewel de naïeve schilderkunst al zo is oud als de schilderkunst zelf,
was het Henri Rousseau, een schilderende douanebeambte, die de creatieve
uitingen van de naïeve kunstenaars als kunst onder de aandacht bracht.
Rousseau werd door de schilder Paul Signac in de Parijse
Avantgarde-kringen geïntroduceerd en vanaf 1886 exposeerde hij naast
Van Gogh, Matisse en Cézanne op de Salon des Indépendants.
Het feit dat Rousseau wel opgenomen werd binnen de kringen van de 
professionele kunstenaars en met hen exposeerde, geeft al aan dat 
de term naïeve kunst erg flexibel is. Er bestaat niet één omschrijving.
Er zijn geen stilistische regels of formele normen waaraan ze moet voldoen.
Ondanks de vele gradaties, tussenvormen en overlappingen met de kunst van
outsiders, is er een aantal overeenkomsten aan te wijzen binnen de
omvangrijke wereld van de naïeve kunst. Deze overeenkomsten hebben meestal
meer betrekking op de kunstenaar en zijn achtergrond dan op de werken zelf.
Daarbij valt nog op te merken dat het makkelijker is om te zeggen wat
naïeve kunst niet is dan wat zij wel is. 
De naïeve kunstenaar heeft dus in de meeste gevallen geen kunstopleiding
genoten en is niet op de hoogte of maakt geen gebruik van de regels van
deze opleidingen of de regels van het perspectief. Naïeve kunst komt
wereldwijd voor maar valt buiten historische of stilistische categorieën.
Bovendien maakt de kunstenaar geen chronologische ontwikkeling door in
zijn werken. In tegenstelling tot de snelle opeenvolging van modes en
stijlen binnen de kunsthistorie, is de kunst van de naïeve kunstenaar
een constant en stabiel element in de beeldende kunst.


Wat is naïeve kunst dan wel?  Allereerst is het een individuele kunst,
het komt voort uit de kunstenaar zelf en is het produkt van een
persoonlijke belevingswereld. Inspiratie haalt de kunstenaar uit zijn
directe omgeving, uit zijn dromen, ervaringen of herinneringen.
Hij kijkt op geheel onbevangen wijze naar zijn onderwerp, niet gehinderd
door enige conventies op het gebied van kleurgebruik of ruimtebeleving. 

Vaak is er geen gebruik gemaakt van perspectief en zijn er geen schaduwen
aangebracht. De kunstenaar probeert ook niet om de werkelijkheid zo
getrouw mogelijk weer te geven, maar voegt er zijn eigen gevoel en emotie
aan toe, zodat er een verschil ontstaat tussen de werkelijkheid en de
afbeelding. De belevingswereld van de kunstenaar zelf is dus onmisbaar,
maar de kunstenaar moet deze wel op een overtuigende wijze weer weten
te geven. Wil de naïeve kunstenaar zijn originaliteit en spontaniteit
behouden, dan dient de hij niet te kijken naar andere kunstenaars of
voorbeelden of stilistische elementen te imiteren.
De voorstellingen zijn veelal ongekunsteld, eenvoudig en direct. Het
gebruik van sprekende kleuren en een geordende compositie geven blijk van
een optimistische kijk op het leven en de omgeving. Technisch en formeel
kent de naÆeve kunstenaar geen beperkingen in het schilderen.
Het schilderen mag geen vaardigheid of routine worden, omdat dit dodelijk
is voor de spontaniteit. Wel blijft het handschrift van een bepaalde
kunstenaar meestal herkenbaar, hij weet zijn identiteit te behouden.
De naïeve kunstenaar is per slot van rekening een individu, die middels
zijn kunst op een geheel eigen wijze, ons een deel van zijn
belevingswereld prijsgeeft. Derhalve is het bijna niet mogelijk om een
sluitende definitie van de term 'naïeve kunst' te geven. De hierboven
genoemde kenmerken zijn dan slechts bedoeld om als referentiekader te
dienen bij het bekijken van naÆeve kunst, het zijn zeker niet dé
voorwaarden waaraan de naïeve kunst moet voldoen.